FEBRUARINIEUWS  2024 
                   

 

 

 

 

 

 

 

LIED...   


Dit keer dook Mini uit haar platenrekje een singeltje op van een van de leden van een beroemde band die in de adelstand werd verheven, met zijn vrouw voor zich zelf in Schotland begon en hun woonplaats zo mooi vonden dat ze er een lied over maakten dat een wereldhit werd.



Luister en kijk mee bij;      NOSTALGIE



En… heb je nu zelf een zanger of hit uit je tienertijd die nog eens graag wilt horen en met ons delen?....


Bel of mail het door naar Mini, dan gaan we er voor een volgend
“OALD NI’JS” mee aan de slag.

 

 

 

 

 

 





WINTERLANDSCHAP



Dit  winterlandschap met ijsvermaak is een
schilderij van de Enschedese schilder en fotograaf Lambertus Bruna (1822-1906) dat hij rond 1860 maakte in de buurt van Enschede. Waar precies is onbekend want aanknopingspunten zijn er niet.
Hij stond zo te zien op een hoogte en dat kan op een van de vele essen zijn geweest maar ook op de Lonnekerberg.
Het landschap toont een typische Twentse boerderij met schuur en op de achtergrond nog de eindeloze heidevlakten uit die tijd….
Het schilderij is eigendom van de Oudheidkamer Twente.
 

 

 

 

                   
 

 

 

 





VOOR GALG EN RAD


In mijn kinderjaren werd de uitdrukking “Hij groeit op voor galg en rad” nog wel eens schertsend gebruikt voor jongens die in de ogen van de gevestigde orde niet wilden luisteren. Wat de galg tot verstikkend gevolg heeft, begrijpen we allemaal, maar veroordeeld worden tot het rad betekende ook een gruwelijke dood. De misdadiger werd op een groot wagenwiel gebonden en net zo lang met een knuppel geslagen tot al zijn of haar botten gebroken waren, met een ferme klap op de borst werd daarna het doodvonnis voltrokken. Het rad werd daarna compleet met lijk op een paal gezet als voer voor de vogels. Nee, onze voorouders waren niet zachtzinnig zelfs niet als het ging om kleine vergrijpen waarvoor we nu een geringe werkstraf krijgen…..Ook vond er veel klassenjustitie plaats waarbij adel en gegoede burgerij er milder vanaf kwamen dan Jan met de Pet.


 

 

 

 




Bij de Haarmühle in de jaren 50...
 

 





In 1725 telde Enschede nog maar 1500 inwoners en kende geen politie. De enige die er naast het gemeentebestuur fungeerde om regels te handhaven was de z.g. stadsdiender, een manusje van alles in dienst van de gemeente. Hij was omroeper, nachtwaker, ijker en bode tegelijk. Zijn macht was beperkt en daarbij afhankelijk van zijn eigen overredings- en spierkracht. De stadsdiender had die blijkbaar niet want ene Lammert Tesink die aan de Langestraat woonde, deed waar hij zin in had. Hij roofde en vernielde naar harte lust en terroriseerde de bewoners op een dergelijke wijze dat niemand de moed had om de oersterke kerel iets in de weg te leggen. Wie dat wel waagde, werd afgetuigd en mocht blij zijn het er levend af te brengen…. Het stadsbestuur zat met de handen in het haar en besloot in 1728 wanhopig de hulp in te roepen van Ridderschap en Steden (nu Provinciale staten). Deze beloofde in te grijpen en stuurde vanuit Zwolle acht zwaar bewapende soldaten naar het huis van de misdadiger. Tesink, voor de duvel niet bang, liet zich naar buiten lokken waar hij na hevig verzet met grof geweld werd gekneveld en onder luid gejuich van de toegestroomde Enschedeërs afgevoerd richting Hengelo. Onderweg bleef de gevangene blijkbaar zo tegenstribbelen dat de soldaten hem halfweg Hengelo zonder proces aan een hoge boom ophingen. Zo werden twee Franse valsemunters die op de hei tussen Enschede en Hengelo op heterdaad werden betrapt terwijl ze tin aan het smelten waren en een zak vol valse munten bij zich hadden, direct afgevoerd naar Markelo waar ze na een kort proces worden opgehangen… Ook zigeuners waren vaak het slachtoffer. Ze veroorzaakten door overvallen, inbraken, berovingen, enz. zoveel overlast waarbij ze tevens golden als heidenen dat de Ridderschap ze in 1726 vogelvrij verklaarde met het gevolg dat ze bij bosjes soms met wel 20 tegelijk werden opgeknoopt...

 
        

             
                                         Een oude kaart van de Haarmühle met rechts de Galgenbult.
                                         De rode lijn is de grens tussen Nederland( boven) en Duitsland...
                                         De Buurserbeek wordt er nog Haarmühlerbecke genoemd...



 

Galgen stonden meestal opgesteld aan de toegangswegen van een dorp of stad. Het moest de bezoeker met snode plannen er op attent maken dat men hier korte metten maakte met wetsovertreders. Veroordeelden liet men voor dit doel dan ook wekenlang als afschrikwekkend voorbeeld hangen. Op de Twentse landkaart komen we namen als Galgenven, Galgenbelt of Galgenberg als plek waar deze gerichtsplaatsen stonden nog regelmatig tegen. Bij Enschede stonden galgen waar zich nu het belastingkantoor bevindt en aan het einde van de Kottendijk. Ook ter hoogte van de Broeierd bij het voormalige tolhuis moet er een gestaan hebben. Ik zal jullie de gruwelijke tekeningen en afbeeldingen over terechtstellingen uit vroeger dagen besparen.. De galg en het rad op de foto zijn replica’s die compleet met de nodige informatie te zien zijn aan de Duitse kant op een van de wandelroutes bij de Haarmühle. Hier liep vroeger een belangrijke Hessenweg, als onderdeel van de handelsroute tussen Münster en Deventer waarbij men bij het verlaten of betreden van Duits grondgebied werd gewaarschuwd zich aan de wet te houden.
Nu het weer tijd wordt voor fiets of wandeltochtjes richting Buurse en de Haarmühle is het misschien aardig om naast een bezoek aan de mooie natuur, de watermolen, de oude grensstenen, een romantisch roeitochtje op de beek en natuurlijk de geneugten van de “Gut bürgerliche Küche” van het restaurant ook kennis te nemen van de plek waar eens het recht gesproken en op wrede wijze werd toegepast.



          


 

 

 




   
De Haarmühle zo'n honderd jaar geleden....
 

 

 

 

 





MUISJES


Men zegt weleens van ons Nederlanders dat we jongens zijn van de gestampte pot, maar uit peuterjaren zeker ook van gestampte muisjes…..


 

 

 

 

DE GESTAMPTE MUISJES VAN DE RUIJTER....... 
 


Dat heerlijke Nederlandse broodbeleg dat al generaties lang geliefd is bij jong en oud komt van de trotse producent Koninklijke De Ruijter. Met een rijke geschiedenis die teruggaat tot 1860 heeft dit bedrijf zijn stempel gedrukt op de Nederlandse ontbijttafel.
Met een scala aan smakelijke opties zoals hagelslag, vruchtenhagel, muisjes, chocoladevlokken, anijshagel en gestampte muisjes, weet De Ruijter ons brood om te toveren tot ware kunstwerkjes. Sinds de oprichting door C.R. (Cees) de Ruijter zelf, in het jaar 1860, heeft het bedrijf de titel 'De Ruijter, de broodversierder sinds 1860' hoog gehouden.
De oorsprong van De Ruijter ligt in een bakkerij die Cornelis Rutgerus de Ruijter opende in 1860, gevestigd aan de Brinkstraat op nummer C108 in Baarn. Daar begon hij met de verkoop van geboortemuisjes, een traditie die tot op de dag van vandaag voortduurt.
De groei van De Ruijter leidde in 1928 tot de uitbreiding van de fabriek, die zijn nieuwe thuis vond aan de D'Aulnis de Bourouilllaan in Baarn. Hier begon het bedrijf met de productie van anijsblokjes en vruchtenhagel, waarmee het zijn assortiment verder diversifieerde. In 1955 nam De Ruijter de chocoladefabriek van Campen uit Alkmaar over en begon met de productie van heerlijke chocoladevlokken. Twee jaar later, in 1957, verwierf De Ruijter ook de chocoladefabriek Erven de Jong uit Wormerveer, waarmee de productie van chocoladehagelslag van start ging.
De erkenning van De Ruijter's kwaliteit en vakmanschap kwam in 1883, toen koning Willem III het bedrijf benoemde tot hofleverancier. En ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan in 1985 werd De Ruijter bekroond met het prestigieuze predicaat "Koninklijk".
Met een rijke traditie, hoogwaardige producten en een passie voor het versieren van ons dagelijks brood, blijft Koninklijke De Ruijter een onmisbaar onderdeel van de Nederlandse culinaire geschiedenis.


 









          


       


          
      

      


 
Vestiging de Ruijter sinds 1860 aan de Brinkstraat nr. C108 in Baarn
  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 

 

 

 

 







ADAM EN EVA…..  
 


Adam leefde lang geleden,
eenzaam in de tuin van Eden,
met de zegen van de Heer,
wat verlangt een mens nog meer.
Hij liep lekker in z'n blootje
baadde zon en baadde pootje,
in het water van de beek,
zeven dagen in de week



Adam leefde zonder zorgen,
tot dat hij op zekere morgen,
plotseling ontdekte dat
ieder dier een vrouwtje had.
Hij zei:'Heer, ik wil niet klagen,
maar ik zou U willen vragen
onderdanig en beleefd,
of U ook voor mij een vrouwtje heeft.'



'Goed', zei
God, 'ik zal mijn best doen,
maar dan moet jij zelf de rest doen.
Ik zal zorgen voor een vrouw,
die haar leven deelt met jou'
Adam liep van pret te zingen,
hij kocht twee verlovingsringen.
'Prijs de Heer, ik krijg een wijf,
al kost 't me een rib uit 't lijf.'



En toen Adam lag te slapen,
heeft de Heer de vrouw geschapen,
't Was een droom van elke man,
alles d'r op en alles d'r an.
En ze leefden heel tevreden,
samen in de tuin van Eden.
Tot dat op zekere dag,
Eva de boom met appels zag,



Eva dacht: 'Wat kan het schaden,
aan zo'n boom zo volgeladen.
Ofschoon de Heer het mij verbiedt,
mist men twee, drie appels niet.'
Eva brandde van verlangen
toen zij al dat fruit zag hangen,
Ze nam een hap terwijl ze zegt:
Elke dag een appel houdt de dokter weg.



Maar de Heer voorzag een complicatie,
er ontbrak iets cruciaals aan Zijn creatie.
Met zijn schepping was er wezemlijk iets mis,
Hij deed een greep in de ideeënbus,
Op bijgaand plaatje ziet u wat het is..



Jammerlijk was ‘t toen gedaan met ‘t mooie leven.
De hof moest helaas worden opgeheven.
Het is daarom met klem dat ik u adviseer;
‘Snoep verstandig, eet een pee
r!'











 



























 

 





VOETBALFOTO UIT 1949


Van Mini’s oude buurjongen Jaap Kootstra kregen we een fraaie foto van het voetbalelftal van onze school uit 1949 met de vraag of we er nog iemand van herkenden. Natuurlijk zagen we meteen de heren Buma en Jansen maar verder??? Totdat Gerrit nog eens goed keek en op de achterste rij als derde van links een wel heel jonge Bennie van Stuivenberg herkende. Hij woonde in de Stevenfennestraat en had een broer Frans die een klas lager zat dan wij. Zijn grootouders woonden bij Gerrit en Johan Veendijk in de Frederikastraat.
Dat Bennie op de foto staat met op het oog oudere jongens verbaast Gerrit niets want hij was een goede voetballer die het later tot het eerste elftal van Enschedese Boys bracht waar hij samen speelde met niemand minder dan Abe Lenstra (zie foto 2e staande van links). Gerrit kwam Bennie nog wel eens tegen in Hengelo waar hij later woonde,
als ze samen keken naar voetbalwedstrijden van Bennie’s buurmeisje en Gerrits kleindochter. Bennie vertelde dat hij eens in Heerenveen het Abe Lenstrastadion wilde bezichtigen maar er niet werd toegelaten omdat het geen bezoekdag was. Bennie zei toen dat er een foto moest hangen waarop hij samen met Abe Lenstra stond. Een van de suppoosten ging kijken en kwam enthousiast met de bevestiging terug waarna de rode loper voor Bennie werd uitgelegd en hij een privé rondleiding kreeg…. een mooi verhaal….
Gerrit meent ook op de schoolfoto helemaal rechts zittend Joop Amelink te herkennen uit de Ypkemeulestraat, maar helemaal zeker is hij niet…



          

 


                   
 

 

 

 





UITSLAG RAADPLAATJE DECEMBER


Ondanks dat de huizen op de foto bij iedereen bekend moeten voorkomen, kwamen er maar twee goede oplossingen binnen.
Het zal komen omdat het type woningen in diverse straten op het
Stevenfenne voorkomen….



Het was dus de Gerststraat…


De uitgelote winnaar krijgt een fraai bierpakket met diverse soorten heerlijk schuimend gerstenat.


                                                                                                     
PROOST!!


 

 

 

 

 

 


 Woningen aan de Gerststraat anno 2022...

 

 

 

 





IN 'T BARRE NOORD'N VAN FEBRUARI

Iedereen heeft het wel eens.
Je herinnert je een in jouw ogen belangrijke of heftige gebeurtenis uit het verleden. Je probeert die met anderen die er volgens jou ook bij waren te delen, maar men haalt de schouders op of kijkt je aan met een gezicht van “waar heb je het over?“
Je weet het toch zeker en ziet het nog zo voor je. Je bent toch niet gek?
Maar toch ga je twijfelen.
 

 

 

 

 




Schaatsen op Stadion Diekman met op de achtergrond de klok en ballenpaal..
 

 





Dat had ik met deze leuke foto van schaatsen op de sintelbaan van het Diekman.
Een dag van te voren hadden we op school de boodschap meegekregen dat er voor de liefhebbers schaatswedstrijden werden gehouden. Die mee wilde doen moest om 8.15 uur op het Diekman zijn, die niet kon schaatsen of geen zin had, moest gewoon naar school. Hoewel er weinig schaatstalent in mij school, koos ik uiteraard voor het schaatsen want alles was in die tijd beter dan het volgen van saaie lessen als algebra of meetkunde…. Die middag was het echter gaan sneeuwen en in de avond stak er een barre oostenwind op die strenge vorst aanvoerde zodat het vroor dat het kraakte. De morgen van de schaatswedstrijd was het naast ijzig koud dan ook spiegelglad op de hard bevroren sneeuw. De baan was een puinhoop maar desondanks moest er worden geschaatst. Zo goed en zo kwaad als het ging werd er een wedstrijdbaan gecreëerd en startten we met vier man tegelijk de voorronden die ik uiteraard verloor. Er waren veel valpartijen waarbij het er soms bloederig aan toe ging. Na de uitschakeling sloeg wegens de toestand van de baan en de Siberische kou al snel de verveling toe en werd aan de leiding gevraagd of we weg mochten. Dat mocht maar dan wel rechtstreeks naar school. Jongens uit mijn klas die wat doortastender waren als ik, hadden deze instructies niet afgewacht en waren hem al snel naar huis gesmeerd. Na enige twijfel besloot ik het risico te nemen en hun voorbeeld te volgen. Eenmaal buiten het stadion trof ik op de van Deinselaan een wanhopig meisje uit de eerste klas aan dat bibberend van de kou naast haar fiets stond. Ik vroeg wat er aan de hand was en ze zei dat ze niet verder durfde wegens de gladheid. Ik bood aan met haar mee te fietsen. Ze bleek op het Pathmos te wonen en dat was toch mijn kant op. Ze aarzelde want met vreemde jongens meegaan was in die tijd nog een waagstuk maar uiteindelijk koos ze eieren voor haar geld. Ik leende haar mijn muts en samen ploeterden we richting Zuiderspoorbrug die we wegens de gladde hellingen te voet “overbrugden”. Op de Gertfertsingel ging het wat beter en de Dikke Steen kwam in zicht. Bij het postkantoortje mocht ik echter niet verder mee, bang dat ze was om door buren of ouders samen met een vreemde vogel als ik gezien te worden. Ik kreeg mijn muts terug en onze wegen scheidden bij de rode brievenbus… Met een laatste krachtsinspanning en totaal verkleumd bereikte ik mijn huis waar moeder schrok van mijn arctisch uiterlijk. Ik voelde mijn voeten nog nauwelijks en trok als eerste mijn schoenen uit om mijn tenen op een afstand van nog geen 10 centimeter voor ons potkacheltje te laten ontdooien. Moeder had in alle gauwigheid een beker met warme melk gemaakt en al nippend, kwam ik langzaam bij….. Ik loog tegen moeder dat we de rest van de dag ijsvrij hadden gekregen en dat vond ze een verstandig besluit. De volgende dag kwam de leiding nergens op terug en niemand kreeg straf voor het massale spijbelen. Ook het meisje knikte alleen glimlachend en zei verder niets. Jaren later kwam ik haar tegen in een van de Enschedese danstenten, ze wist het nog precies en we konden er samen om lachen. Het trillende schepseltje van toen was een mooie meid geworden, ik echter een lelijke kerel en alleen enige behulpzaamheid uit het verleden bleek onvoldoende om de hernieuwde kennismaking uit te breiden. Een wrede speling van het lot die mij vaker parten speelde en waar ik mee heb moeten leren leven.



IN ’T BARRE NOORD’N VAN FEBRUARI….


Ik zit behaaglijk bij het vuur.
Herinner mij een avontuur
dat mij tot nu is bijgebleven

als koudste van mijn hele leven.



Schaatswedstrijd der ULO school.
Het Diekman leek wel de Noordpool.
Bij barre kou en oostenwind,
Trokken wij verplicht een sprint.
                                                                 

Ondanks strekken en gewrijf,

bleven mijn ledematen stijf
dus ging de strijd voor mij verloren.
Wel had ik twee bevroren oren..
                              
                                                                  

Een meisjes brak, en dat is heus,
door de vorst het puntje van haar neus.
Een leraar heeft het opgepakt
en met Velpon er weer aangeplakt.


Steeds vaker vielen er gewonden
die bloedend werden heengezonden,
de een met een gekneusde rib,
een ander tanden door de lip.


Er werd nog nauwelijks gereden,
en om geen prijzen meer gestreden. 
Geen winnaar werd bekend gemaakt
want velen hadde9B2700haakt.


We glibberden verkleumd naar huis
en spijbelden dichtbij ‘t fornuis.
De leiding had de lol er af,
maar gelukkig kreeg er niemand straf.


’t Was koald in ’t noord’n van februari…
Weten jullie ’t ook nog Jan en Arie?
Zo niet, dan vraag ik mij bevreesd, 
Is die dag er wel geweest?              
Of was het enkele fantasie     
In mijn hang naar nostalgie?                                                           
                               


 

 

 




Op de sintelbaan van stadion Diekman in 1963..
 

 

 

 

 





 NIEUW RAADPLAATJE
 
 
Ons raadplaatje van deze keer geeft een torengeveltje weer van een bekende woninginrichting gelegen aan een drukke verkeersader. De naam van de zaak doet Frans aan terwijl de winkel op de hoek lag met een straat die Scandinavisch aandoet, kunnen jullie het nog volgen? Stuur dan jouw oplossing in en maak kans op een mooie prijs.

Als er een lichtje gaat branden, stuur je antwoord in via.......

 info@stefenfen.nl

 

 Maar via de gewone mail mag natuurlijk ook!

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

TOP

HOMEPAGE